Ik voel me eenzaam
Tijdens het allereerste gesprek met de mamma-verpleegkundige zei zij tegen Hilde: je komt op een bepaald moment alleen op een eilandje te staan. Ondanks dat er veel mensen om je heen staan, zul je er zelf mee moeten gaan dealen. Jouw eilandje is echt alleen jouw eilandje. De mensen om je heen zitten op een ander eiland, ze kunnen je af en toe benaderen, maar jij blijft op je eiland. Ik dacht toen, wat een duidelijk metafoor. Nu, het is maandag wanneer ik dit schrijf, is de metafoor akelig duidelijk geworden. Hilde heeft een slechte en moeilijke nacht achter de rug. Veel pijntjes en met name de prik welke ze zaterdag kreeg om de aanmaak van witte bloedlichaampjes weer op gang te brengen, leidt tot nare pijnen in met name haar borstbeen. Hilde werd vanmorgen, of eigenlijk al heel vroeg vannacht wakker, waardoor ze veel tijd had om na te denken. Ze wilde mij niet tot overlast zijn, dus blijft ze stil liggen en zegt niets. Ze denkt en ze denkt, ze blijft denken en vraagt zich af waarom moet dit toch? Ze weet dat ze geen antwoord krijgt. Het voelt allemaal zo niet oké.
Tegen de tijd dat ik wakker wordt merk ik dat Hilde al een tijdje aan het spoken is. Ze barst direct in tranen uit en zegt: ik voel me zo eenzaam, ik merk nu ineens dat ik het zelf moet doen. Ze voelt zich vervolgens schuldig naar al die mensen die ons helpen en willen helpen omdat zij zich eenzaam voelt binnen al die oprechte en warme aandacht. Ze voelt zich schuldig naar mij omdat ze vindt dat ik zoveel moet oppakken nu, ze voelt zich schuldig ten opzichte van de kinderen omdat ze even geen normale moeder voor ze kan zijn.
Haar opmerking over dat ze zich eenzaam voelt doet me hartgrondig zeer en toch realiseer ik me gelijk dat dit de fase is waarop Hilde op haar eigen eilandje zit en op zichzelf aangewezen is. De metafoor van de mamma-verpleegkundige is spot-on. Hilde is keihard aan het vechten. Vechten tegen het feit dat ze ziek is, vechten tegen het moeten loslaten van alles wat voor haar zo gewoon is, vechten tegen dat dit nodig is. Ze wil niet ziek zijn, ze wil haar leven terug. Maar ze realiseert zich gelijk dat dat niet gaat gebeuren zoals zij dat wil. Ze herkent zichzelf en haar lichaam niet meer. Niets reageert zoals ze gewend is dat het reageert. Het doet pijn haar zo in strijd met zichzelf te zien, dat ze zich eenzaam voelt, dat ze tegen alles vecht en dat ze nog niet kan loslaten. Het doet pijn te zien dat ze op een eilandje zit en dat mijn eilandje een stukje is weggedreven van haar eilandje.
Mijn dag bestond uit het geven van workshops. Eentje in de ochtend en eentje in de middag. Hoe lekker het is om even gefocust te zijn op iets anders dan borstkanker, dat ervaar ik tijdens de workshops. Tussendoor bel ik even met Hilde, die vandaag haar moeder bij zich heeft. Aan het einde van de dag kom ik weer thuis. Het hele huis is op orde, er is al voor ons een lekkere lasagna klaar gemaakt. Ik hoef dus alleen de oven aan te zetten en dan kunnen we eten. Hilde eet iets anders. Haar smaak is helemaal overstuur. Ze heeft nu scherpe smaken nodig. Ik merk tijdens de gesprekken die we hebben dat ze toch weer een stapje gemaakt heeft. Het besef is weer iets groter dat ze niet moet vechten tegen het ziek zijn, maar vooral moet gaan vechten voor het beter worden. Waar die knop zit, dat is nog even de vraag, maar wanneer je weet waar je naar moet zoeken dan komt het vinden van de oplossing een stuk dichterbij. Dan realiseer ik me hoe snel alles gaat. Hilde verwacht van zichzelf dat ze dit soort processen in één dag doorloopt. Daar doen andere mensen weken, maanden of jaren over. Hilde gaat die knop vinden, die gaat ze snel vinden en dan komen onze eilandjes weer wat dichter bij elkaar en dan hoop ik dat ze zich weer wat minder eenzaam voelt.